Skip to main content

Oudere
ondernemer

Bbz inkomensaanvulling voor oudere ondernemers

Oudere ondernemers (geboren voor 1 januari 1960) kunnen een aanvulling op hun inkomen krijgen tot het bijstandsniveau. Op deze manier kunt u blijven ondernemen zodat u deels in uw eigen inkomen kunt voorzien.

U krijgt dit totdat u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Het Zelfstandigenloket Flevoland (ZLF) houdt ook rekening met uw financiële situatie, zoals met uw woonlasten. U krijgt Bbz inkomensaanvulling in eerste instantie als een renteloze lening. Als het boekjaar is afgelopen bepaalt het ZLF op basis van uw bedrijfsresultaat op welk bedrag u recht had. Hebt u minder verdiend dan vooraf geschat? Dan wordt het tekort aangevuld door het ZLF. Hebt u meer verdiend dan vooraf geschat? Dan moet u het bedrag dat u teveel hebt ontvangen terug betalen. Over dit bedrag wordt geen rente berekend. U kunt hiervoor een betalingsregeling treffen.

Bbz bedrijfskrediet voor oudere ondernemers

U kunt ook een bedrijfskrediet krijgen van maximaal € 12.403,00 (per 1 januari 2023). U kunt dit bedrag alleen krijgen als het noodzakelijk is voor de voortzetting van het bedrijf. Het bedrijfskrediet kan een gift of een lening zijn. Of u het bedrag terug moet betalen hangt af van uw eigen vermogen.

Voorwaarden om als oudere ondernemer in aanmerking te komen voor Bbz

  • U bent vóór 1 januari 1960 geboren en u hebt nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.
  • U werkt al minstens 10 jaar als zelfstandige in Nederland.
  • U kunt met uw bedrijf nog jaarlijks een nettowinst maken die hoger is dan de inkomenseis voor de oudere zelfstandige van € 9.852,00 (per 1 januari 2023).

Algemene voorwaarden om in aanmerking te komen voor Bbz

  • U hebt het inkomen uit uw bedrijf nodig om van te kunnen leven. 
  • Uw inkomen bedraagt niet meer dan het voor u geldende bijstandsniveau. Het inkomen van uw partner telt ook mee.
  • U moet minstens 1225 uur per jaar in uw bedrijf werken.
  • U woont in Nederland.
  • Uw bedrijf is in Nederland gevestigd.
  • U hebt alle vergunningen die voor uw bedrijf verplicht zijn in uw bezit.
  • U hebt zelf of met een compagnon de volledige zeggenschap over uw bedrijf.
  • U kunt geen financiering uit een andere bron krijgen, bijvoorbeeld bij een bank of microkredietenfonds.